Bij de lezingen van februari

23 februari - zevende zondag jaar C
Lucas 6,27-38
Rede en Hart
God is voor veel mensen totaal overbodig geworden. Het enige wat telt, zeggen ze, is een ‘goed mens’ zijn. Daar heb je God en de Kerk absoluut niet voor nodig. Doe je best om anderen niets in de weg leggen en van niemand kwaad spreken; geen geweld gebruiken of van anderen profiteren; laat iedereen met rust en draag het jouwe bij aan de maatschappij. Als ieder voor eigen deur veegt en alle agressiviteit achterwege laat... daarvoor hoef je niet gelovig te zijn.
De wet (de tiengeboden) vormt het kader, de omheining om een gezond samenleven te garanderen. Ghandi zei hiervan: als ieder mens, ieder volk zich daaraan zou houden, zou de wereld er zoveel beter uit zien. In zovele discussies met de godsdienstige leiders heeft Jezus met klem bevestigd dat Hij die wet niet komt afschaffen, maar vervolmaken, zoals een schilder het kader vol maakt met een brok 'leven'. Het kunstwerk van ons leven blijft kaal en smaakloos als we ons met een leeg kader paaien. Er zit veel meer en heel wat beters in.
De menselijke REDE zegt ons terecht: leef nauwgezet zoals de wet het voorschrijft. En we weten bij ondervinding hoe moeilijk het is om dat alleen al in onze kramakkelige wereld gedaan te krijgen. Kijken we maar in eigen boezem. Voor Jezus, die daar zelf ook naar leefde, is het gezond verstand alleen niet genoeg. Hij gaat op zoek naar een HART in dat alles. Als die twee elkaar vinden, hart en verstand, dan pas kan dat strikte kader zinvol ingevuld worden met LEVEN dat de moeite waard is! Hij leert ons: de kunst van leven!
Graag zien verjaagt alle haat; vloeken wordt zegenen, geen oog om oog en tand om tand, maar verdraagzaamheid, geduld, vergeving... en dat alles gratuite, zonder te rekenen. Niet oordelen of veroordelen, maar anderen behandelen, zoals je zelf behandeld wil worden... De ideale samenleving wordt hier geboren! Die vraagt méér dan niet buiten de lijntjes kleuren. Zolang we alleen leven zoals het moet en behoorlijk is volgens ons verstand, hebben we inderdaad God nog niet van doen. Maar als het méér wordt: je vijanden liefhebben, bidden voor wie je slecht behandelen, meer dan alleen wat gevraagd wordt... of moeten we deze bladzijde van het evangelie nog eens helemaal voorlezen? Alleen liefhebben op de wijze van Jezus, kan ons laten zien hoe God is. En wie dat echt wil, zal God meer dan nodig hebben.
Maar weet wel: leven vanuit liefde is veel boeiender dan alleen maar doen wat moet en laten wat niet mag. Elk-ander liefhebben brengt ons binnen in de Liefde die God zelf is. Was het misschien dát wat Jezus bedoelde met 'opnieuw geboren worden'?
16 februari - zesde zondag jaar C
Lucas 6,17.20-26
Hier en nu
Zalig de armen…? Dát kan toch geen waar zijn! Armoe en gebrek zaaien slechts ellende. Wat een magere troost: ‘later’, in het ‘hiernamaals, zullen armen eindelijk aan het feest mogen aanschuiven. Met zulke opvatting lijkt godsdienst totaal wereldvreemd te zijn. Wie voor het ongeluk geboren is, en in zwarte armoe wegkwijnt, moet dan maar op z’n honger blijven zitten en verdrinken in z’n verdriet. Is onze God dan zó onrechtvaardig?
Waarom toch? Een heel klein percentage van de bevolking beschikt wereldwijd over het leeuwenaandeel van de aardse goederen. Een groter deel van de mensen bengelt hopeloos onderaan op de maatschappelijke ladder. Zij worden alsmaar armer. De kloof tussen de koplopers en de achterblijvers blijft helaas nog angstwekkend groeien. En wij behoren wellicht tot de zogenaamde middenklasse, aan wie men voldoende koopkracht moet blijven geven om de boel draaiende te houden. En daar is soms veel ellenbogenwerk bezig om in dat eerste peloton zo ver mogelijk vooraan te geraken
Oh nee, onmenselijk zijn we zeker niet. Denk maar aan de vele initiatieven, waarmee we de boel trachten wat recht te trekken. Er gaat geen week voorbij of we ontvangen in de brievenbus stortingsbulletins voor allerlei goede doelen. Kerkelijk kennen we al jarenlang acties zoals Broederlijk Delen, Welzijnszorg, Damiaanactie, … om er maar enkelen te noemen; en veel ruimer dan dat, los van elke geloofsovertuiging, gebeurt er nog zoveel meer: de warmste week, het Rood Kruis, Artsen zonder grenzen, enz., enz. Zorg voor de armen heeft altijd al bestaan. Maar het lijkt slechts op de symbolische ‘druppel op een heet-zinken plaat’ of ‘dweilen met de kraan open’. Om moedeloos van te worden!
En toch blijft het onze verdomde plicht om hier volop en van harte aan mee te doen. Hierin schuilt voor mij de pointe van die Blijde Boodschap. Wat Jezus laat zien en waarin Hij ons wil meetrekken is: die vele verwaarloosde mensen moeten voorrang krijgen! In de God van Jezus geloven is: ‘elke mens, ook de mens die ligt weg te kwijnen en niet meetelt, verdient onzevolle achting. Het is de boodschap die Cardijn als jonge onderpastoor in Laken aan die jonge fabrieksmeisjes bracht: ‘Jullie zijn evenveel waard dan dePrinces daar in het koninklijk paleis. Als we onze medemens op de tweede plaats zetten, zitten we in een verkeerde koers.
Een paar zondagen geleden heeft Jezus enkele vissers opgeroepen om, samen met Hem, voortaan ‘mensen te gaan opvangen'. Hij vraagt van ons hetzelfde, als we zijn leerlingen willen zijn.
9 februari - vijfde zondag jaar C
Lucas 5,1-11
Ik heb u nodig
Een van de hoofdopdrachten van Jezus lijkt wel 'onderricht', inzonderheid, God kenbaar maken bij de mensen. En dat het fel aanslaat kunnen we aflezen uit de massale belangstelling. Noodgedwongen moet Jezus zelfs wat afstand zoeken om de menigte te kunnen toespreken. Een vissersbootje, daar aangemeerd, brengt soelaas. En visser Simon wordt de bootsman met dienst. Hij doet het toch, heel bereidwillig.
Maar dan, na Zijn onderricht aan het volk, komt er een verrassende wending in het verhaal. Een leek in het vak (Jezus) vraagt aan een ervaren zeerot van een visser (Simon) om – overdag nog wel (vissen doe je bij voorkeur 's nachts) – naar het diepe te varen en de netten nogmaals uit te gooien. Het lijkt al even zinloos als te Kana zes reinigingskruiken vullen met water. En de woorden van Jezus' moeder klinken nog na: 'Doe maar wat Hij U zeggen zal'. Ook zij, Simon en zijn maats, doen hier wat de Heer hen opdraagt. Het resultaat is boven alle verwachting. (Dat was het ook met die wijn op de bruiloft.) Zo'n vangst was hun nog nooit te beurt gevallen. Er moest zelfs nog om hulp geroepen worden naar een andere boot om zoveel vis te kunnen binnenhalen.
We vinden dit verhaal tamelijk vooraan bij de eerste drie evangelisten. Bij Johannes staat dit helemaal achteraan als een echt verrijzenisverhaal. Johannes begon immers met 'die overvloed aan beste wijn'. Voor deze vissers moet zulke vangst ook wel meer dan feest zijn. Op eigen kracht hadden ze zich een hele nacht tevergeefs afgesloofd, maar nu Hij er zich mee bemoeit, wordt het resultaat verbluffend.
De sleutel van dit verhaal wordt mij wel duidelijk. Al ons menselijk zwoegen en zweten zonder Hem haalt niets uit. Ons leven en streven wordt maar vruchtbaar als we Hem mee aan boord nemen en zijn aanwijzingen volgen, ook al menen wij het soms zelf beter te weten. Toch maar doen wat Hij ons aanbeveelt, is veruit het beste.
Opvallend hoe die overvolle vismanden plots niet meer onze aandacht verdienen, maar wel wat er met Simon en zijn metgezellen daarna gebeurt! Simon, die vanaf nu ook Petrus wordt genoemd, weet met zichzelf geen blijf. Als eerste 'geroepene' ondervindt hij aan den lijve dat Gods liefde 'gratis' is en dat we dus onze hemel niet moeten 'verdienen'. 'Heer, ga weg van mij, want ik deug voor geen haar'. Maar Jezus kiest voor hem en die anderen, niet omdat zij zo interessant zijn, maar wel omdat Hij hen wil nodig hebben. Hij vraagt hen gewoon om in zijn dienst te treden, en net als Hij, levend vanuit Gods liefde zelf, veel van de mensen gaan te houden. Mensen opvangen, wordt voortaan hun beroep.
Zou missie (=zending, verkondiging) vandaag ook zo nog gebeuren? Cardijn wist daar alles van: langs doodgewone vragen: 'ik heb je nodig'... gewone mensen tot apostel maken van Gods menslievendheid.
2 februari - Opdracht van de Heer
Maria Lichtmis
Lucas 2,22-35
Licht voor de wereld
Halfweg vorige eeuw is het in verval geraakt: de kerkgang! Maar het was eeuwenlang wel de gewoonte dat een moeder enkele weken na de bevalling met haar boreling voor het eerst weer naar de kerk ging. Zij onderging daar met zegeningen en gebed een zuiveringsritus en vertrouwde dan haar kind toe aan de Heer. Dat is het verhaal dat we daarnet in het evangelie beluisterd hebben. Maria ging met Jozef en de pasgeboren Jezus naar de tempel om hem daar aan God aan te bieden. (Dat gebeurde op de 40ste dag na de geboorte, de datum die gekozen werd om Lichtmis te vieren.)
Zoals Abraham, vader van het geloof, met zijn geliefd kind Isaac de berg op ging om hem daar aan God af te staan, zo wordt in dit 'Opdracht-verhaal' duidelijk dat Jezus aan God toebehoort. 'Uw kinderen zijn uw kinderen niet' horen we de Indische dichter Tagore treffend formuleren. Ouders en opvoeders zijn slechts de opgespannen veerkracht waarmee de Boogschutter nieuw leven als pijlen in de ruimte schiet.
En dan is er die ontmoeting met die oude Simeon, een bezield man die heel zijn leven hoopvol had uitgekeken naar de beloofde Messias. Hij is de koning te rijk wanneer hij de kleine Jezus in zijn armen heeft. Nu is voor hem alles volbracht! En wat hij verder over dit kind zegt zal door diens leven bewaarheid worden. Hij zal de wereld redden uit de machten van het kwaad, Door Hem lacht het leven ons toe en rijst er hoop voor alle mensen. Zijn licht doorbreekt immers alle duisternis van het leven. In het verdere evangelie zal duidelijk worden hoe Hij dat doet.
Dat is alles behalve vanzelfsprekend. Dit kind zal een weg vol beproeving opgaan. En zijn moeder zal, net als Abraham destijds, de hartverscheurende pijn in zich voelen, die zulke levensweg met zich meebrengt. Het zal een echte lijdensweg worden, waar hoop en redding de grote troost zullen bieden.
Zoals Abraham vader geworden is voor al wie gelooft, zo wordt Maria in dit verhaal de moeder van het geloof en van alle gelovigen.
Meteen wordt nu de Kersttijd afgesloten. Dit feest was nog een nakomertje, sterk genoeg om de reeds begonnen reeks van 'groende zondagen' te doorbreken. Volgende zondag gaan we weer verder op weg met Jezus, aan de hand van het Lucas-evangelie.